Skip to content
Home » Artikelen » Dienstplicht

Dienstplicht

Een geschiedenis van de press gang                                                                                     

De bereidheid om vrijwillig als militair dienst te nemen is in ons land nooit groot geweest. Alleen aan het begin van een oorlog en onder invloed van propaganda wil dat weleens anders zijn. Zoals bij ons in 1830 toen de Belgen in opstand kwamen. Maar lang houdt dat enthousiasme niet stand. Na de tiendaagse veldtocht was dat verdampt. In de landen rondom leek het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een volksfeest te zijn waarbij opgetogen jongelieden zingend naar de wervingskantoren trokken. Maar daar kwam al snel een reactie op. Toen het besef bovenkwam dat men als kanonnenvoer diende voor een zaak die niet de hunne was.

Canadese militairen die in beide wereldoorlogen vochten waren vrijwilligers. Maar wat is een vrijwilliger. In militaire dienst zo heb ik ervaren, werden vrijwilligers aangewezen. Zo kun je je ook afvragen hoe vrijwillig die Canadese vrijwilligers waren. Pierre van Paassen, later een bekend journalist, schrijft in zijn memoires dat tijdens de Eerste Wereldoorlog groepjes oudere vrouwen waren ingehuurd om jongemannen lastig te vallen en te proberen ze een witte veer op te spelden. Een teken van lafheid.  Ze waren immers lafaards omdat ze kozen voor een veilig en comfortabel bestaan in eigen land terwijl leeftijdsgenoten vochten voor het Gemenebest. Hoewel nog Nederlander, zijn ouders waren jaren daarvoor geëmigreerd, was hij die intimidatie zo beu dat hij ook maar als vrijwilliger tekende.  

Het leger was in Nederland nooit populair en als wij in de zeventiende en achttiende eeuw oorlog voerden dan bestond het leger overwegend uit buitenlandse beroepssoldaten. In 1810 toen Nederland bij Frankrijk werd ingelijfd werd de dienstplicht ingevoerd en die bleef toen Napoleon verslagen was. Pas in 1997 werd de opkomstplicht die gold voor elke goedgekeurde jongeman van twintig, opgeschort. Nu wordt er hier en daar door politici geroepen dat de dienstplicht weer ingevoerd moet worden. Niet meer dan een kreet want herstel van de dienstplicht is niet realiseerbaar.  Maar daarover zullen wij het hier niet verder hebben.

Het geboortecijfer was in de negentiende en begin twintigste eeuw hoog genoeg om meer dan genoeg rekruten te kunnen leveren voor het leger. Er werd daarom een loterij ingevoerd en de jongeman die een verkeerd lot trok, moest dienen. Het was de gewoonte om daarna de teleurstelling met veel jenever weg te drinken. Er was een ontsnappingsmogelijkheid een loteling kon namelijk een remplaçant inhuren. Maar dat konden alleen welgestelde ouders zich veroorloven. Die mogelijkheid werd steeds meer als bevoorrechting gezien en werd in 1898 afgeschaft. Iedereen moest in principe dienen, maar er waren nog zoveel rekruten dat de broederdienst werd ingevoerd. Uit elk gezin werd voortaan alleen de oudste zoon opgeroepen, zijn jongere broers kregen vrijstelling.

Van het omgekeerde was ook sprake namelijk voor geld je zoon overleveren aan de marine. Wanneer arme ouders tekenden voor hun zoon zodat die bij de marine ging dienen. Ze beurden dan een mooi handgeld. Het waren wel heel jonge jongens. Die na twee jaar als ze zestien waren geworden op een oorlogsschip werden geplaats en heel vaak uitgezonden werden naar Ned. Indië. In de zeilvaarttijd gebeurde dat al met jongens van twaalf jaar.  Ze werden als powder monkeys ingezet. Die brachten kardoezen uit de kruitkamer diep in het schip en naar de kanonnen.

Van alle legeronderdelen had de marine de meeste moeite om kandidaten te vinden. De discipline was streng en er werd zwaar gestraft. Geselen en kromsluiten werd pas in 1879 bij onze marine afgeschaft. Terwijl dat al decennia eerder in het leger en in de samenleving was gebeurd. Zeilende oorlogsschepen bleven lang op zee. Men leefde aan boord, dicht opeengepakt. Er was geen enkele privacy, scheurbuik werd voorkomen maar besmettelijke ziektes konden altijd nog uitbreken.   

Zeevarende mogendheden, waaronder Nederland en Groot-Brittannië hadden door de eeuwen heen altijd moeite om hun vloot bemand te krijgen. De zee mocht jongelui aantrekken, maar dat gold niet voor de marine. Kinderen uit de weeshuizen kwamen vaak bij de Koninklijke Marine terecht. De bekendste is wel van J. C. J. van Speijk geweest. De Amsterdamse weesjongen die zelf er voor koos om bij de marine te gaan. Ook werden veel jongens aangeworven in steden met een hoge structurele werkloosheid waar het tekengeld meer dan welkom was. Het kwam voor dat de bemanning van een indrukwekkend oorlogschip bestemd voor Indië grotendeels bestond uit jeugdigen van 16 en 17 jaar, die amper begrepen wat hen te wachten stond!

Nog in de jaren na de Tweede Wereldoorlog probeerde de marine met uitgebreide advertenties in de dagbladen jongens te bewegen bij de marine te gaan. Met als verlokking zo vreemde landen te kunnen zien en spannende avonturen te beleven. De uitgebreide tv-reclames van defensie hameren daar anno 2022 nog steeds op.   

Bij de Royal Navy was het personeelstekort vanouds vaak zo nijpend, dat zij een bijzonder verwerpelijke dwangmaatregel mocht gebruiken, de press gang. Vooral in tijden van oorlog maakte de Royal Navy daarvan veel gebruik. Een zeegevecht was een bloederige gebeurtenis. Niet alleen liep een matroos het risico door een (kanons)kogel getroffen te worden, een veel groter gevaar was geraakt te worden door een van de vele houtsplinters, die bij elke treffer in het rond stoven en afgrijselijke wonden veroorzaakten. Dat leidde vaak – soms mede door toedoen van de chirurgijn – tot ernstige invaliditeit en tot een bestaan van bedelaar aan de wal. Beter af waren misschien wel de zwaargewonden, die werden nog tijdens het gevecht overboord gegooid! Bovendien stond er weinig tegenover. De gage was laag en het voedsel was beroerd. Maar het allerergste was de beestachtige discipline. Geselen, afranselen en ophangen kwamen veelvuldig voor. Het was dus geen baan met fraaie vooruitzichten. 

Een absoluut dieptepunt was wat de press gang betreft, de Napoleontische oorlog. Geen man op zee of aan de kust was veilig. Om Napoleon te weerstaan, moest de Royal Navy in ijltempo worden uitgebreid. Zo op het oog lukte dat uitstekend. In 1806 bestond de vloot uit 800 schepen en omvatte de marine 120.000 man! Om die omvang te bereiken werden er oorlogsschepen aan de lopende band gebouwd. De meeste schepen gingen niet verloren in een treffen met de vijand maar door stranding of door storm. Bovendien werden veel schepen zo slecht gebouwd dat zij soms na amper een jaar, al ernstige gebreken vertoonden en opgelapt moeten worden. Het verkrijgen van geschikt materiaal, waaronder vooral eikenhout, was een groot probleem.  

Het werven van geschikte mannen was een nog zwaardere opgave. Een deel bestond uit vrijwilligers. Sommigen hadden misleid door ronselaars inderdaad vrijwillig getekend, maar vele anderen waren gevangenen die door te tekenen hun straf ontliepen. Waaronder veel krijgsgevangenen die zo ontkwamen aan een ellendige opsluiting aan boord van een opgelegd oorlogsschip dat als gevangenis diende. Er zullen zeker ook Nederlandse zeelui bij de Royal Navy hebben gevaren.  

Maar liefst de helft van de mannen die in die tijd bij de Royal Navy diende, was gepresst!  Behalve het officierenkorps moest elke kapitein zelf voor voldoende bemanning zorgen.  Daarvoor mocht een kapitein de press gang gebruiken. De press gang was gebaseerd op het principe, dat wanneer het land in oorlog raakte, de marine gerechtigd was mannen tegen hun wil in dienst te nemen. Een principe waarop ook tot op de huidige dag de algemene dienstplicht is gebaseerd. Maar de press gang was daarop een onaanvaardbare variant. De press gang was niet anders dan een razzia waarbij zonder aanzien des persoons mannen zonder opvallende lichamelijke gebreken werden opgepakt. Toen James Watt, de uitvinder van de stoommachine, een jaar in Londen verbleef voor een opleiding als instrumentmaker, verliet hij ’s avonds nooit zijn herberg nabij de Theems bang dat hij het slachtoffer van een press gang zou worden. Stel dat hij niet zo voorzichtig was geweest en was geronseld. Hoe zou de geschiedenis dan verlopen zijn? 

Dat pressen gebeurde zowel op zee als op het land. Engels koopvaardijschepen sloegen niet alleen op de vlucht voor Franse kapers, maar ook voor hun eigen marineschepen! Als een oorlogsschip onder bemand was, hield een kapitein namelijk eigen koopvaardijschepen aan. Soms bleef er niet eens genoeg bemanningsleden achter om behoorlijk verder te zeilen. Alleen schepen van de East India Company waren officieel van die praktijken gevrijwaard.

Press gang; kunstenaar onbekend;
http://collections.rmg.co.uk/collections/objects/108923

Daarnaast ging een oorlogsschip nogal eens voor de kust voor anker om onopgemerkt een sloep met een overval ploeg uit te zetten. Vaak samengesteld uit gepreste mannen, die enthousiast jacht maakten op allerlei landrotten. Dat enthousiasme bestond grotendeels uit leedvermaak. Als de kustbewoners een oorlogsschip gewaarwerden, dat voor anker ging, dan maakten zij zich snel uit de voeten.

De press gang pakte iedereen uit het gewone volk die niet gebrekkig en te oud was, op. Kleermakers, landarbeiders, jong, oud, getrouwd of niet, het deed er niet toe. Een fractie van de bemanning van een oorlogsschip bestond uit bevaren zeelui. Er heeft zelfs een fregat gevaren, dat zo bijna volledig bemand was met mijnwerkers. Bij het pressen ging het allesbehalve zachtzinnig toe. De press gang kon ook rekenen op tegenstand, want vaak probeerden dorpelingen hun verwanten te bevrijden en in Harwich werd zelfs het wervingskantoor waar gepreste inwoners werden verzameld, dagenlang belegerd. Soms vielen er bij dat verzet zelfs doden.     

Met onwillige honden is het slecht hazen vangen zegt een Nederlands spreekwoord, welnu daarvoor wist de Royal Navy wel een oplossing. Door de bemanning nog slechter dan honden te behandelen. Bijna ieder bevel ging gepaard met geransel. Daarvoor beschikten de bootslieden over een starter (!), een eind geteerd touw met een forse knoop. Elke (ernstige) overtreding werd gestraft met geselen. Daarvoor werd de kat met de negen staarten gebruikt. De rug van het slachtoffer zag er algauw uit als een biefstuktartaar. Een straf kon oplopen tot vierhonderd slagen. Dat kwam bijna altijd neer op doodranselen.

Op muiterij stond sowieso de doodstraf. Het werd aan de kapitein over gelaten om te bepalen wanneer daarvan sprake was. Een kritische opmerking was al voldoende. Of goede raad, zoals een (gepreste) zeeman in 1703 overkwam, toen hij in dichte mist zijn admiraal waarschuwde voor een verkeerde koers. Zo zouden zij stranden op de Scilly eilanden, waar hij vandaan kwam. Die admiraal beschouwde die goede raad als muiterij en liet hem dadelijk ophangen. Een deel van zijn eskader liep vervolgens op de rotsen. Het werd een van de grootste scheepsrampen uit de historie van de Royal Navy.  

Of er dan niets positiefs valt te vermelden? Neen eigenlijk niet, of het zou moeten zijn dat er een dagelijks rantsoen van meer dan een halve liter rum werd verstrekt, dat aangelengd met water een grog werd genoemd. Om het wat pittiger te maken voegde sommige zeelui er de meest gekke dingen aan toe, zoals terpentijn, vitriool en reukwater (?). Aangezien men vaak zes tot acht jaar achtereen op zee was, waren veel matrozen alcoholist geworden. Deed een schip een haven aan of lag het op de rede dan werd het volk aan boord gehouden. Passagieren was niet toegestaan. Well werden handelaren en hoeren aan boord toegelaten. 

Geestelijk afgestompt en psychisch beschadigd waren velen niet meer in staat hun vroeger leven op te pakken. Een rustig leven leiden van zijn opgespaarde gage en prijzengeld was er ook niet bij. Het geld dat hij naar zijn familie had laten overmaken, was vaak nooit ontvangen en hij kreeg het ook niet meer uitgekeerd. Matrozen die tegen zoveel onrecht publiekelijk protesteerden waardoor het in Londen tot relletjes kwam, werden – hoe zou het ook anders – opgehangen.

Engelse matrozen van de Royal Navy deserteerden vaak als ze de kans kregen en zochten hun toevlucht vooral op Amerikaanse schepen. Als dat ontdekt werd, werden zij met geweld teruggehaald en meestal opgehangen. Maar daar bleef het niet bij. Op volle zee werden Amerikaanse schepen aangehouden om zo de bemanning aan te vullen.  Alle Amerikanen die voor de afloop van de onafhankelijkheidsoorlog waren geboren, werden door de Royal Navy als Engelsen aangemerkt en mochten dus gepresst worden. Dat overkwam naar schatting zeker 7.000 Amerikaanse zeelui. De Royal Navy deed dat graag en gedroeg zich daarbij bijzonder arrogant. Want officieren van de Royal Navy hadden en gloeiend hekel aan Amerikanen. Dat pressen van Amerikaanse staatsburgers zorgde voor veel woede in de VS dat bovendien om andere binnenlandse overwegingen werd aangewakkerd en zo werd in 1812 Engeland de oorlog werd verklaard.

Na de Napoleontische oorlog hield Engeland nog steeds een omvangrijke vloot in stand. Nu niet zozeer meer om Engeland te beschermen tegen een Europese invasie, maar om Engelands overzees imperialisme te ondersteunen en om de omvangrijke koopvaardijvloot te beschermen. Daardoor bleef de behoefte aan mankracht bestaan al was die niet meer zo dringend als in dagen van de Napoleontische oorlog. Het verzet ertegen kreeg, nu de oorlog voorbij was, ook meer steun. Protesten kwamen vooral uit de hoek van de kustvaart.  Zeelui van de kustvaart, vooral kolenvervoer tussen Engelse havens, waren van ouds een prooi voor de press gang geweest. 

De oplossing werd nu meer en meer gezocht in het verhogen van de aantrekkelijkheid van de Royal Navy. De meest voor de hand liggende aanpak was het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden. Dat mocht ook wel want de gage die matrozen ontvingen, was sinds de zestiende eeuw nooit meer verhoogd. Voorts een betere behandeling aan boord. Het ging allemaal erg langzaam maar in 1853 werd de press gang eindelijk afgeschaft.

De press gang mocht dan uit Engeland zijn verdwenen, daarmee is hij niet voor goed uitgebannen. Integendeel de press gang wordt tegenwoordig vaker en massaler toegepast dan ooit. Nu zijn het niet meer volwassen mannen maar vooral jonge jongens het slachtoffer ervan want die zijn gemakkelijk af te richten en kunnen gemakkelijk een modern licht wapen hanteren. In delen van Afrika worden dagelijks dorpen overvallen en jongetjes ontvoerd om als kind soldaat te vechten in terreurgroepen of in revolutionaire bewegingen. Ook in het Midden-Oosten – denk aan Isis – en op sommige plekken in Azië gebeurt dat.

Leeuwarden 2023